Vervallen per 1 januari 2001.
tekst tot dan toe:
Tot verkondiging van het Woord zijn eveneens bevoegd voor
zolang de Synode hun deze bevoegdheid niet heeft ontnomen:
a. proponenten der Evangelisch-Lutherse Kerk;
b. degenen die hun tweede voorstel hebben gehouden als bedoeld in
artikel 3, lid 3 van de Ordening op de toelating tot het openbare
ambt van Woord en Sacrament;
c. degenen die in een andere Kerk gerechtigd zijn tot de
verkondiging van het Woord, zulks met inachtneming van de
richtlijnen door de Synode te stellen;
d. degenen aan wie door de Synode deze bevoegdheid is
verleend;
e. degenen die overeenkomstig artikel 35 lid 1 van de Ordening op
het Evangelisch-Luthers Seminarium van de Synodale Commissie
toestemming hebben gekregen in kerkdiensten voor te gaan, zolang
de Synodale Commissie deze toestemming niet heeft
ingetrokken.