De predikant is na behoorlijke kennisgeving aan zijn kerkeraad
  van de waarneming van zijn plaatselijke ambtsverrichtingen
  ontheven in de volgende gevallen:
  a. bij ziekte of andere volstrekte verhindering;
  b. bij werkzaamheden, rechtstreeks voortvloeiend uit synodale
  opdrachten;
  c. tijdens vakantie in overeenstemming met de
  beroepsvoorwaarden;
  d. tijdens studieverlof als bedoeld in de Ordening op de
  tractementen en de overige arbeidsvoorwaarden der predikanten.