Het ambtswerk van de predikant, bedoeld in art. 18 lid 2 sub a, omvat de volledige herderlijke zorg over zijn gemeente(n) met name door de bediening van Woord en Sacrament, zielszorg, onderwijzing in het Woord van God en in de leer der Kerk en verkondiging van het Woord in de wereld.