Hoofdstuk IV
  1. De namen van hen, die gedoopt worden, die belijdenis des
  geloofs afleggen, die na afsnijding weder in de gemeente worden
  opgenomen, die met attestatie of doopattest uit een andere
  gemeente overkomen, en van hen, die uit een andere dan een
  gereformeerde kerk in de gemeente worden opgenomen, zullen met
  nadere bijzonderheden in daarvoor aangelegde registers zorgvuldig
  worden opgetekend.
  2. Hetzelfde zal worden gedaan met de namen van hen, die met
  attestatie of doopattest vertrekken, die zijn overleden, die
  afgesneden worden en die zich onttrekken.