Indien een onderzoek als bedoeld in art. 6 GKO na 1 januari 2004
wordt aangevraagd bij particulier-synodale deputaten, wordt de
aanvraag aangehouden en wordt na 1 mei 2004 een onderzoek
ingesteld door de kleine synode volgens het bepaalde in ord.
13-14.
Indien een onderzoek als bedoeld in art. 6 GKO niet voor 1 mei
2004 is afgerond door generale deputaten, dan wel indien op grond
van ubp. 6.1 sub B.3 of B.6 GKO bezwaar wordt aangetekend tegen
het besluit van generale deputaten of van particuliersynodale
deputaten ter zake, wordt een nieuw onderzoek ingesteld door de
kleine synode met inachtneming van het bepaalde in ord.
13-14.
Indien particulier-synodale deputaten een program voor nadere
studie hebben vastgesteld, wordt gehandeld met inachtneming van
het bepaalde in ord. 13-14 iuncto ord. 13-12.1
1 Wijziging overgangsbepaling 280, besluit
generale synode d.d. 17 november 2006, ingegaan 1 december
2006.
Tekst 2004, slot: ... worden de resultaten getoetst op de wijze
als aangegeven in old. 13-16-3.