Een iedere Kerk zal zulke manier van bediening des Avondmaals houden, als zij oordeelt tot de meeste stichting te dienen. Welverstaande nochtans, dat de uitwendige Ceremoniën, in Gods Woord voorgeschreven, niet veranderd en alle superstitie vermeden worde, en dat na de voleinding der predicatie en der gemeene gebeden op den predikstoel, het formulier des Avondmaals, mitsgaders het gebed daartoe dienende, voor de Tafel zal worden gelezen.