Ordinantie 3 Het ambt en de andere diensten

 

II. Het dienstwerk van de predikanten, de ouderlingen en de diakenen

Artikel 11.

Het dienstwerk van de diakenen

Tot opbouw van de gemeente met het oog op haar dienst in de wereld is aan de diakenen toevertrouwd
- de ambtelijke tegenwoordigheid in de kerkdiensten;
- de dienst aan de Tafel van de Heer;
- het mede voorbereiden van de voorbeden;
- het inzamelen en besteden van de liefdegaven;
- het toerusten van de gemeente tot het vervullen van haar diaconale roeping;
- het verlenen van bijstand, verzorging of bescherming aan hen die dat behoeven;
- het nemen of ondersteunen van initiatieven die gericht zijn op het bevorderen van het maatschappelijk welzijn;
- het dienen van de gemeente en de kerk in haar bemoeienis met betrekking tot sociale vraagstukken en het aanspreken van de overheid en de samenleving op haar verantwoordelijkheid dienaangaande;
- en zo zij daartoe geroepen worden, het dienen van de kerk in de meerdere vergaderingen.