Artikel 9.
Het dienstwerk van de predikanten
Tot opbouw van de gemeenten is aan de predikanten
toevertrouwd
- de bediening van Woord en sacramenten door
- de verkondiging van het Woord;
- het voorgaan in de kerkdiensten;
- de bediening van de doop;
- de bediening van het avondmaal;
- het afnemen van de openbare geloofsbelijdenis;
- het bevestigen van ambtsdragers en het inleiden van
hen die in een bediening worden gesteld;
- het leiden van trouwdiensten en van diensten van
rouwdragen en gedenken;
- de catechese en de toerusting;
- het verkondigen van het evangelie in de wereld;
- en zo zij daartoe geroepen worden, het dienen van de kerk in de
meerdere vergaderingen
en tezamen met de ouderlingen
- de herderlijke zorg, onder meer door het bezoeken van de leden
van de gemeente en
- het opzicht over de leden van de gemeente.