Hoofdstuk 1: De ambten in de kerk

IV. De ouderlingen en de diakenen

De taak van de diakenen is gelden en goederen in te zamelen ter voorziening in de nood van de behoeftigen. Het ingezamelde zullen zij trouw en ijverig naar gelang van de behoefte, na onderling overleg, besteden, mensen in nood zo mogelijk bezoeken en troosten en bevorderen dat de ter beschikking gestelde middelen goed worden gebruikt. Met het oog hierop zullen zij de leden der gemeente opwekken en zo toerusten, dat ook dezen in woord en daad aan hen die geen helper hebben dienstbaar zullen zijn.

Van hun beleid hebben de diakenen rekening en verantwoording te doen aan de gehele kerkenraad en desgevraagd kunnen zij dit doen aan de leden van de gemeente op een door de kerkenraad vast te stellen tijd en wijze.


Kerkorde vGKN (2008)

 

TREFWOORDEN

Taak van de diaken

VERWANT MET
Kerkorde GKN (1905) Art. 25
Kerkorde GKv (1978) Art. 22
Kerkorde NGKerk (2011) 17