|100|

 

Inhoud

 

Inleiding — 7

Het vraagstuk is tegenwoordig aan grote verwarring en onzekerheid onderhevig. Men wordt daarin bedreigd door het gevaar van gewelddadige systematiseringen. Daarom beperken wij ons tot het aanwijzen van de verschillende aspecten, welke het vertoont.

I. Ambt en rijk — 16

Het eschatologische aspect. De ekklesia is opgenomen in het wijdere verband van de basileia. Daarom kan zij niet het strikte uitgangspunt zijn voor de vragen rondom het ambt.

II. Het apostelambt — 25

Het apostolische aspect. Het apostolaat heeft een geheel enige plaats, is van een duidelijk ambtelijke structuur en gaat over op: de gehele ekklesia — de bijzondere diensten (c.q. ambten) in de ekklesia — de Heilige Schrift.

III. Geest en ambt — 36

Het pneumatologisch aspect. De bemiddeling van de genade door de Geest, die inwoont en uitdeelt, legt ons voorzichtigheid op bij het spreken over het ambt der gelovigen, de algemene dienstplicht, het charisma.

IV. Het ambt in de gemeenschap der gemeente — 50

Het gemeentelijke aspect. Elke dienst (c.q. elk ambt) is gegeven in het geheel van de gemeente. Het gaat echter niet aan, daarom de diensten (c.q. ambten) uitsluitend organisch-functioneel vanuit het lichaam van Christus te verstaan of ook het dienstkarakter eenzijdig ethisch te interpreteren.

V. Ambt als instituut — 61

Het institutaire aspect. In de ekklesia treedt de Heer in zijn bijzonderheid (dus telkens in een „tegenover” met de zijnen in zijn ekklesia) op, in de vrijmacht der liefde.

|101|

VI. Christus en het ambt — 70

Het christologische aspect. De messias Jezus zet zijn dienst (áán het rijk Gòds en daarom in de wéreld!) zelf voort en hij gebruikt daarbij zijn ekklesia en haar diensten (c.q. ambten) als zijn organen.

VII. Kanon en ambt — 80

Het „schriftuurlijke” aspect. De kanonisatie van het apostolische Woord tot Nieuwe Testament met de daarin begrepen toevoeging aan het Oude Testament geeft juist in het Protestantisme een zwaar accent aan de bijzonderheid en het institutaire karakter van het geestelijke ambt, zij het dat dit daarbij slechts middel blijft.

VIII. De ambten in de kerkorde — 89

Het kerkordelijk aspect. In een kerkorde wordt niet de gehele ekklesia en de basileia in het geheel niet beschreven. Het institutaire staat in haar voorop. Zij moet echter naar haar aard gehanteerd worden.