3.2. De bevoegdheid van de kerkelijke vergaderingen (artikel 30)

3.2.1. De kerkelijke behandeling van kerkelijke zaken

- Een kerkelijke vergadering is slechts bevoegd tot het behandelen van kerkelijke zaken.68
- Een kerkelijke vergadering handhaaft daarbij haar gezag op een geestelijke wijze en haar wijze van optreden draagt daarom geen heersend of dwingend karakter. De wijze van behandelen kenmerkt zich dienovereenkomstig door een broederlijk, eenvoudig, overtuigend, terechtwijzend en leidend karakter.69
- Alle zaken van ondergeschikte betekenis en alle kwesties die naar hun aard beperkt zijn tot het ressort van een mindere vergadering, behoren, indien enigszins mogelijk, door de betreffende mindere vergadering te worden afgedaan.70
- Het oordeel of een bepaalde zaak al of niet kan worden afgehandeld, staat aan de betrokken vergadering.71

 

3.2.2. De agenda van meerdere vergaderingen

- De agenda van meerdere vergaderingen (classis, particuliere en generale synode) wordt bepaald door de zaken die de mindere vergaderingen ter behandeling hebben ingezonden, omdat zij die zelf


68 K. de Gier, De Dordtse Kerkorde, blz. 165; Joh. Jansen, Korte verklaring, blz. 139; vergelijk ook F.L. Rutgers, Kerkelijke Adviezen I, blz. 254.
69 1 Petrus 5: 1-3, Mattheüs 23: 8, 10, 11; K. de Gier, Toelichting, blz. 68; Joh. Jansen, Korte verklaring, blz. 140.
70 F.L. Bos, De orde der kerk, blz. 114 (Emden 1571, Rotterdam 1594, Goes 1620).
71 F.L. Bos, De orde der kerk, blz. 114; K. de Gier, De Dordtse Kerkorde, blz. 171.

|60|

niet konden afdoen én zaken van gemeenschappelijk belang, die alle kerken aangaan.72


72 F.L. Bos, De orde der kerk, blz. 110 (K.O. Zeeland, 1591, Deventer 1594, K.O. Groningen, 1595); K. de Gier, Toelichting, blz. 69; Joh. Jansen, Korte verklaring, blz. 141, 142.