De Afscheiding of Wederkeer van 1834 betekende een terugkeer naar de belijdenis, de liturgie en de kerkorde van de Gereformeerde Kerk, zoals die tijdens de reformatie was ontstaan. Deze terugkeer hield een duidelijke, bijbels gemotiveerde afwijzing in van het centralisme, dat sedert 1816 in de Nederlandse Hervormde kerk door de invoering van het Algemeen Reglement overheersend was geworden. Tegelijkertijd ging het om een bewuste keuze voor een kerkelijk leven overeenkomstig de regels van de Dordtse Kerkorde (D.K.O.), die werd opgesteld door de Dordtse Synode in 1619. Daarin is de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente uitgangspunt en heeft het kerkverband alleen een opdracht ten aanzien van die zaken, die de plaatselijke gemeenten niet (meer) kan behartigen.
De D.K.O. telt 86 korte artikelen en bouwt duidelijk voort op de kerkrechtelijke inzichten van de Artikelen van Wezel (1568), de Synode van Emden (1571), de synoden van Dordrecht van 1574 en 1578 en van Middelburg (1581). De invloed van de eerste gereformeerde kerkorde, de ‘Discipline Ecclésiastique’, die door de Franse gereformeerden in 1559 werd aanvaard, was in de ontwikkeling in Nederland zonder meer aanwijsbaar.
Bij het ontstaan in 1907 van de Gereformeerde Gemeenten die in de traditie van de Afscheiding staan, vond een duidelijk keuze plaats voor kerkelijke leven op basis van de Dordtse Kerkorde: ’Als accoord van kerkelijke gemeenschap wordt aanvaard en blijve gehandhaafd de D.K.O. vastgesteld in den jare 1619, behoudens die artikelen die door verandering van de verhouding tussen Kerk en overheid, of door het wegvallen der Waalse taal, niet meer van kracht zijn; van welke artikelen de kerken zelve aanwijzing zullen doen’. Deze aanwijzing kreeg gestalte in het tussen haakjes plaatsen van een aantal artikelen of delen daarvan in de door ds. G.H. Kersten verzorgde uitgave van 1907. De slotzin van artikel 5, die betrekking heeft op het patronaatsrecht, is volgens het besluit van de Generale Synode 2007 eveneens tussen haakjes geplaatst.
De Gereformeerde Gemeenten zijn na 1907 bij de tekst van de toen aanvaarde editie van de D.K.O. gebleven. De algemene overtuiging is dat met het aanbrengen van wijzigingen in de kerkorde als basisstructuur van het kerkelijke leven de grootst mogelijke voorzichtigheid moet worden betracht. De nummering van de artikelen is gelijk aan die van de oorspronkelijke D.K.O. In 2008 verscheen een gecorrigeerde en door de Generale Synode geautoriseerde heruitgave van de tekst van de D.K.O. Deze nieuwe editie gaat terug op de oudste ons bekende uitgave van deze kerkorde, namelijk de op 6 augustus 1619 door de Staten van Utrecht aanvaarde en in 1620 uitgegeven Kercken-ordeninghe. De herziene tekstuitgave is, evenals andere in dit artikel genoemde uitgaven, tegen betaling verkrijgbaar bij het Kerkelijk Bureau.
De noodzaak van het goede functioneren van de D.K.O. in een sterk
veranderde, goeddeels seculiere samenleving als de onze maakt het
noodzakelijk dat niet kan worden volstaan met een geautoriseerde
heruitgave van de tekst als zodanig. Zo was het begrip huwelijk
in 1619 slechts voor één uitleg vatbaar, maar wordt het vandaag
in ons land in een polyinterpretabele zin gehanteerd. De Generale
Synoden van 2001 en 2007 hebben dan ook besloten om bij een
viertal artikelen aantekeningen te plaatsen, die geacht worden
een geheel met het betreffende artikel te vormen. Het betreft de
volgende onderwerpen:
artikel 4 - De rechtsverhouding tussen kerkenraad en dienaar des
Woords,
artikel 29 - De vertegenwoordigingsbevoegdheid van kerkelijke
organen,
artikel 49 - De mogelijkheid tot het erkennen door de Generale
Synode van deputaatschappen als zelfstandig onderdeel,
artikel 70 - De definitie van het huwelijk in bijbels licht.
De plaats van de kerk in een ontkerstende samenleving was in het
begin van de jaren negentig van de vorige eeuw aanleiding tot een
nieuwe bezinning op de betekenis en de toepassing van het
gereformeerde kerkrecht. Dit resulteerde in de publicatie van het
boek In orde. Handleiding en toelichting bij de kerkelijke
rechtspraak (1999). De kerken gaven aan dat een voortgaande
kerkrechtelijke bezinning op basis van de D.K.O. noodzakelijk is.
Dit leidde in 1996 in de instelling door de Generale Synode van
de Commissie Kerkrecht, die door de Generale Synode van 2001 werd
omgevormd tot een Deputaatschap Kerkrecht.
Bij het gebruik van In orde bleek dat deze
handleiding niet altijd meer duidelijkheid gaf. Er ontstond soms
moeite door een teveel aan regels en door het niet doorzichtig
genoeg zijn van de regels bij toepassing in de praktijk. Ook
werden regels soms oneigenlijk gebruikt Kortom, er ontstond in
sommige gevallen een ongewenste en onkerkelijke juridisering bij
kerkelijke procedures.
Daarom gaf de Generale Synode van 2004 het Deputaatschap
Kerkrecht opdracht om het geheel van In orde te evalueren en
eventueel tot een herziening van deze publicatie te komen. Na
diepgaand beraad koos het deputaatschap voor een totale
herziening. Het aantal regels werd verminderd. Regelingen werden
minder gedetailleerd. De handleiding is nu meer op hoofdzaken
gericht. Er is naar gestreefd om die helder en op de praktijk
toegespitst weer te geven. Gestreefd is naar het zoveel mogelijk
wegnemen van de knelpunten, zoals die in de achterliggende jaren
werden ervaren. De geheel herziene uitgave werd door de Generale
Synode van 2007 besproken en vastgesteld. Het geheel werd aan de
kerken aangeboden onder de titel In goede orde. Handleiding
en toelichting bij de kerkelijke rechtsgang. De rechtskracht
van het oude In orde werd op 31 januari 2008 door de
Generale Synode ingetrokken.
De Generale Synode 2007 heeft op 31 januari en 27 maart 2008
overwogen, dat het gewenst is om vast te stellen welke regelingen
en besluiten behoren tot het statuut als bedoeld in artikel 2.2.
lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De Synode stelde vast, dat het
statuut van de Gereformeerde Gemeenten is gegrond op de Bijbel
als Gods Woord en de Drie Formulieren van Enigheid. De Synode
besloot dat thans tot dit statuur behoren:
- de Dordtse Kerkenordening in de gereviseerde versie, die
geautoriseerd werd door de Generale Synode van de Gereformeerde
Gemeenten 2007 te Utrecht op 31 januari 2008,
- de aan deze kerkorde als aantekeningen bij artikel 4, 29, 49 en
70 gevoegde besluiten,
- de publicatie In goede orde.
In de Gereformeerde Gemeenten zette ds. G.H. Kersten zich als
eerste in voor het verzamelen en uitgeven van door de generale
synode vastgestelde bepalingen, die diende om uitvoering te geven
aan de artikelen van de kerkorde. Hij voegde daar uitspraken aan
toe over bepaalde concrete vraagstukken, die later licht kunnen
werpen op situaties die zich nieuw aandienen (jurisprudentie).
Het geheel publiceerde hij voor het eerst in 1937 onder de titel
Voornaamste besluiten. In 1948 verscheen een tweede,
gewijzigde druk.
De uitgave van dit steeds opnieuw bijgewerkt besluitenboekje werd
belangrijker naarmate de Acta van de synode in omvang toenamen en
moeilijker toegankelijk werden. Dat was het geval sinds de jaren
zestig van de twintigste eeuw. De voortgaande ontkerstening
bracht de noodzaak met zich mee om op allerlei terrein
deputaatschappen in te stellen om beter gestalte te kunnen geven
aan de verantwoordelijkheid, die de leden van de gemeenten in
bijbels licht voor elkaar en voor de naaste dichtbij en veraf
hebben. Tekenend voor deze ontwikkeling was b.v. de instelling
van het deputaatschap Algemene Diaconale Zaken (A.D.Z.).
In 1965 werd de publicatie van de Voornaamste besluiten
verzorgd door ds. L. Rijksen en ds. K. de Gier. In 1983 droegen
ds. K. de Gier en ouderling H. de Deugd voor een nieuwe uitgave
zorg. In 2001 verscheen een herziene uitgave met een nieuwe
indeling, die de voornaamste besluiten weergaf tot en met de
Generale Synode van 1998 en verzorgd werd door de Sectie
kerkelijke Administratie van het Deputaatschap Algemene
Kerkelijke Zaken.
Hoewel in de verschillende edities van dit boekje de uitvoeringsbepalingen of de algemene regelgeving van de synoden zondermeer overheersen, komen er af en toe uitspraken in voor over een bepaald concreet geval (casus). Het onderscheid tussen ene en de andere categorie besluiten is niet aangegeven en moet door de lezer zelf worden vastgesteld. Dat geldt overigens ook voor de besluitenlijsten, die sinds 1992 de toegankelijkheid van de omvangrijke acta aanzienlijk hebben verbeterd.
Jaren achtereen gebruikte men in de Gereformeerde Gemeenten voor
de noodzakelijke kerkrechtelijke oriëntatie het boek van Joh.
Jansen Korte Verklaring van de Kerkenordening (1923).
Latere edities (1937, 1952) waren afgestemd op wijzingen, die
door de synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland in de
kerkorde waren aangebracht. Daarom bestond er in de Gereformeerde
Gemeenten een uitgesproken voorkeur voor de éérste druk van dit
werk, omdat deze uitgave het meest aansloot bij de
oorspronkelijke tekst van de D.K.O.
In deze situatie kwam pas verandering in de tweede helft van de
twintigste eeuw. Toen verschenen er een tweetal commentaren uit
eigen kring, die een uitleg van de kerkorde bieden artikel voor
artikel. Het betreft:
K. de Gier, Toelichting op de Dordtse Kerkorde in vraag en
antwoord (eerste druk 1968, vijfde, herziene druk 1994). Het
betreft een eenvoudige handleiding voor kerkenraadsleden en
belangstellende leden van de gemeente. Dit ‘groene boekje’ vond
een brede ingang en nam geheel de plaats in die het boek van
Jansen vroeger in de gemeenten had.
K. de Gier, De Dordtse kerkorde. Een praktische
verklaring (eerste druk 1989, derde druk 2001). Het boek
biedt een vrij breed commentaar op elk artikel van de D.K.O. De
auteur steunt daarbij op met name op de oudere commentaren van
prof. dr. F.L. Rutgers, prof. dr. H. Bouwman en ds. Joh. Jansen.
Het boek van De Gier bevat een waardevolle, systematisch
opgebouwde literatuurlijst, die in bijna alle andere commentaren
ontbreekt.
Een geheel eigen karakter heeft de volgende recente uitgave.
Deputaatschap Kerkrecht (ds. G. J. van Aalst, ouderling J.T. van
den Berg, ds. M. Golverdingen, ds. P. Mulder oud. G.D. Pas, ds.
W. Silfhout,), In goede orde. Handleiding en toelichting bij
de kerkelijke rechtsgang. In deze uitgave komen de volgende
onderwerpen hoofdstuksgewijs aan de orde: Kerk, ambt en
gemeentelid, Aard en toepassing van het kerkrecht; Kerkelijk
recht en wereldlijk recht, Zorgvuldig handelen. In het laatste
hoofdstuk worden de volgende vier onderwerpen besproken: Algemene
procedureregels, beroepsmogelijkheden, kerkelijke tucht en tucht
over ambtsdragers.
Wie naast deze literatuur en de genoemde oudere commentaren nog
een hedendaags commentaar wil raadplegen, kan terecht bij een
Zuid-Afrikaanse auteur, die jaren achtereen hoogleraar was in het
kerkrecht aan Hammanskraalse Theologieskool van die Gereformeerde
Kerke in Suid-Afrika.
B. Spoelstra, Gereformeerde Kerkreg en Kerkregering. Handboek
by die kerkorde (1989).
Men moet zich bij het lezen van dit handboek wel realiseren, dat
de schrijver uitgaat van een eigen Zuid-Afrikaanse versie van de
D.K.O., die op een enkel onderdeel afwijkingen kent van de tekst
die in de Gereformeerde Gemeenten wordt gebruikt.
Onder capita selecta vindt u een aantal verspreide bijdragen uit boeken, tijdschrift en rapporten, die betrekking hebben op één of meer artikelen van de kerkorde. De stukken zijn herkenbaar aan een volledige bronvermelding. Daarnaast worden ook ongepubliceerde lezingen opgenomen, die de naam van de auteur dragen en een datering vermelden. Het een en ander kan een waardevolle aanvulling vormen bij de bestaande commentaren.
Voor kerkelijk gebruik in concrete situaties heeft men door de
eeuwen heen de nodige regelingen en modellen opgesteld, zoals
attestaties, ondertekeningsformulier voor ambtsdragers,
lastbrieven voor meerdere vergaderingen. Veel van deze
formulieren stammen uit de school van de kerkrechtgeleerde F.L.
Rutgers, terwijl een stuk als het ondertekeningsformulier
teruggaat op een tekst, die door de Dordtse Synode (1618-1619)
werd vastgesteld. Het boekje Voornaamste besluiten biedt
in een bijlage een overzicht van de formulieren die bij het
Kerkelijk Bureau van de Gereformeerde Gemeenten te Woerden te
verkrijgen zijn.
Als in deze rubriek stukken worden aangeboden, die ontleend zijn
aan de bijlage van de Voornaamste besluiten wordt altijd
de bron vermeld. Daarmede wordt aangegeven dat het gaat om een
vastgestelde, geldende tekst. Gaat het om een model of een
concept voor situaties, waarin de kerkelijke vergaderingen nog
niet hebben voorzien, dan draagt dit model de naam van de auteur
en een datering.
Docenten kerkrecht en predikanten die zich in kerkrecht hebben gespecialiseerd geven vaak adviezen aan kerkelijke vergaderingen en gemeenteleden in concrete situaties en kwesties. Een deel van deze adviezen heeft blijvende waarde en verdient algemene toegankelijkheid. Het klassieke voorbeeld wordt gevormd door de twee bundels Kerkelijke Adviezen (1921-1922) van de hand van F.L. Rutgers, die ook voor de Gereformeerde Gemeenten van blijvende betekenis zijn. Ze kunnen in deze website o.m. worden geraadpleegd via het kiezen van een artikel van de D.K.O (1905) van de Gereformeerde Kerken in Nederland, die verwant is aan de kerkorde van de Gereformeerde Gemeenten (1907)
G.H. Kersten publiceerde in De Saambinder in de loop der
jaren een aantal adviezen op verschillend terrein. Een deel
daarvan had een kerkrechtelijk karakter. De adviezen werden later
gebundeld in:
Ds. G.H. Kersten, In het voetspoor der vaderen, Utrecht,
1985
De belangrijkste adviezen van G.H. Kersten zijn opgenomen in deze
rubriek. Daarnaast worden ook teksten opgenomen van in De
Saambinder gepubliceerde adviezen van verschillende auteurs
met volledige bronvermelding, alsmede een selectie van niet
gepubliceerde adviezen, die voorzien zijn van de naam van de
auteur en een datering.
De Acta van de generale synodes en de door en de door deze synode al of niet gewijzigd aanvaarde rapporten van deputaatschappen en commissie vormen een belangrijke bron voor de kennis van het kerkrecht. Ze bieden immers de tekst van kerkelijke besluiten, die uitdrukkelijk of naar hun aard een verbindend karakter hebben. Tegelijkertijd wordt inzicht gegeven in de vraagstellingen en argumenten, die de achtergrond vormen van de besluitvorming.
In de Gereformeerde Gemeenten omvatten de Acta de periode van 1907 tot heden. Ze zijn niet digitaal beschikbaar. Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Gereformeerde Gemeenten verschenen een bundeling van acta onder de titel Acta van de Generale Synoden van de Gereformeerde Gemeenten 1907-1959
Onder deze categorie worden documenten opgenomen die niet direct behoren tot de reeds genoemde rubrieken. Ze werpen licht werpen op het gereformeerde kerkrecht in het algemeen of op zeer specifieke onderwerpen.