Verkiezing van ambtsdragers
Genre: Literatuur, Bladartikel
|9|
In tal van gemeenten heeft binnenkort weer verkiezing van ambtsdragers plaats. Dat levert vragen over de gang van zaken rond dubbeltallen en verkiezingsregelingen.
In gemeenten waar de verkiezing van ambtsdragers plaatsvindt door middel van dubbeltallen (ord. 3-6-6) stuit men op de moeilijkheid dat volgens de kerkorde van de Protestantse Kerk aan de gemeente moet worden gevraagd om niet per vacature maar per ambt namen in te dienen. En vervolgens dat — als er één of meer namen voor dat ambt zijn ingediend — voor elke vacature in dat ambt dubbeltallen moeten worden gesteld. Concreet houdt dat in, dat als vier van de vijf aftredende ouderlingen herkiesbaar zijn en er wordt maar één naam voor ouderling ingediend, voor alle vijf vacatures een dubbeltal moet worden gesteld. Ook als niemand in de gemeente bezwaar zou hebben tegen de herkiesbare ambtsdragers.
Om dit probleem te verhelpen, heeft een aantal classicale
vergaderingen een voorstel tot wijziging van de kerkorde
ingediend. Het stond op de agenda van de vergadering van de
generale synode van 20 april jl. De bedoeling was de nieuwe tekst
zo snel mogelijk aan de kerkenraden en de classicale
vergaderingen toe te sturen, zodat de verkiezingen aan het einde
van dit jaar konden plaatsvinden volgens een vereenvoudigd
systeem.
Helaas, door een overvolle agenda is de synode in april niet
toegekomen aan de behandeling van de kerkordewijzigingen en moest
die worden uitgesteld tot november. Een nieuwe regeling kan dus
pas op zijn vroegst in april 2008 van kracht worden. Gemeenten
waar men ambtsdragers verkiest via bindende dubbeltallen zullen
zich dus nog één keer moeten behelpen met de bestaande
(omslachtige) regeling.
Ik geef in het kort weer hoe het er in de toekomst (hopelijk) uit
gaat zien. In de ‘gewone' verkiezingsprocedure (ord. 3-6-3 t/m 5)
blijft alles hetzelfde: gemeenteleden mogen namen indienen
per ambt. Er wordt per ambt een verkiezingslijst gemaakt
(dus een afzonderlijke verkiezingslijst voor ouderlingen, voor
ouderlingen-kerkrentmeester en voor diakenen). Wie door tien of
meer stemgerechtigde gemeenteleden is voorgedragen, wordt op de
verkiezingslijst geplaatst. Vervolgens worden de benodigde
ambtsdragers uit deze lijst(en) gekozen.
Als de gemeente de kerkenraad gemachtigd heeft om bindende
dubbeltallen op te stellen (ord. 3-6-6) zal daar — zo luidt het
voorstel — voortaan aan de gemeente gevraagd worden om per
vacature namen in te dienen. Als voor een bepaalde vacature
door één of meer gemeenteleden een naam is ingediend, moet voor
die vacature een dubbeltal worden opgesteld. Is er voor een
bepaalde vacature geen naam binnengekomen, moet de kerkenraad
daarin zelf voorzien. In dat geval zal de kerkenraad, als
er in de vacature van een herkiesbare ambtsdrager geen naam wordt
ingediend, de betrokken ambtsdrager dus per enkele
kandidaatstelling kunnen herverkiezen.
Een andere vraag betreft de verkiezingsregeling. In elke gemeente behoort een verkiezingsregeling te zijn waarin wordt vastgelegd op welke wijze de verkiezingen plaatsvinden (ord. 3-2). In deze regeling kan bijvoorbeeld worden vastgelegd dat er bij volmacht kan worden gestemd (ord. 3-2-4) of dat de verkiezing niet in een vergadering van stemgerechtigde leden maar door middel van een stembusverkiezing plaats vindt. Het is de kerkenraad die deze regeling vaststelt (ord. 3-2-1).
Daarbij mag echter niet over het hoofd worden gezien dat de
gemeente bij het vaststellen of wijzigen van deze regeling
betrokken moet worden. De kerkenraad is niet bevoegd de regeling
vast te stellen of te wijzigen zonder daarover de gemeente te
informeren en te raadplegen. In ord. 4-7-2 wordt daarvoor de
formulering gebruikt: ‘de regelingen (...) worden vastgesteld en
gewijzigd na de leden van de gemeente daarin gekend en daarover
gehoord te hebben’. De verkiezing van haar ambtsdragers is een
zaak die de gemeente als geheel aangaat, en die behoort daarbij
dan ook betrokken te worden.
Op zijn minst moet een voorstel om de procedure te veranderen
tijdig worden gepubliceerd waarbij de gemeente in de gelegenheid
wordt gesteld om schriftelijk te reageren. Maar het is ook
mogelijk een nieuwe verkiezingsregeling op een gemeenteavond aan
de orde te stellen, zodat de leden daar hun opvatting kenbaar
kunnen maken. Het is de kerkenraad die uiteindelijk de regeling
vaststelt, maar die behoort daarbij gevoelens die in de gemeente
leven, zwaar te laten meewegen.