Dubbellidmaatschap
Genre: Literatuur, Bladartikel
|13|
Wat zegt de kerkorde over leden die tegelijk lid van een andere kerk willen zijn of die een zogenaamd voorkeurlidmaatschap aanvragen? Drie vragen over het lidmaatschap van de kerk.
Is het kerkordelijk mogelijk om ambtsdrager te zijn in de Hersteld Hervormde Kerk, terwijl je nog bent ingeschreven in de plaatselijke gemeente van de Protestantse Kerk in Nederland?
De beide kerken kennen geen dubbellidmaatschap. Men is dus òf van
de Protestantse Kerk òf van de Hersteld Hervormde Kerk lid. Wie
als ambtsdrager bevestigd is in de Hersteld Hervormde Kerk en
daar als zodanig functioneert, is dus ‘tot een andere
kerkgemeenschap’ overgegaan (om de woorden van ord. 2-7-2 te
citeren), en behoort dus niet langer tot de gemeente van de
Protestantse Kerk. Op grond daarvan kan de inschrijving in de
hervormde gemeente worden beëindigd.
Daarbij dient de procedure te worden gevolgd van art. 9-2
(generale regeling ledenregistratie). Die houdt in dat iemand die
niet tot de Protestantse Kerk wil behoren of zich daaraan heeft
onttrokken, maar dat niet zelf wil bevestigen door schriftelijke
opzegging, op basis van een verklaring van de kerkenraad kan
worden uitgeschreven. Zo iemand ontvangt daarvan vanwege de
synode bericht en kan eventueel de uitschrijving ongedaan maken.
In onze gemeente is een jonge vrouw die rooms-katholiek is gedoopt. Zij wil nu belijdenis bij ons doen, omdat ze binnenkort met een hervormde man gaat trouwen en omdat ze het bij ons fijner vindt: ‘Je leert er meer, er is nauwer contact met God’. Ze wil alleen niet breken met de Rooms-Katholieke Kerk; ze is daar ook actief en wil dat niet loslaten omdat men haar zo nodig heeft in het kerkenwerk. Ze wil ook actief meedoen in onze gemeente en staat van harte achter de belijdenisvragen. In feite vraagt zij om een dubbellidmaatschap. Kan dat?
Een dubbellidmaatschap kent de kerkorde niet, maar er is wel iets
dat er dichtbij komt, namelijk het gastlidmaatschap. Als
gastleden kunnen worden ingeschreven leden van bepaalde andere
kerken waarmee de PKN bijzondere betrekkingen onderhoudt. Dat
zijn de kerken die lid zijn van de Raad van Kerken en een aantal
(afgescheiden) kerken waarmee destijds een overeenkomst is
gesloten. De regeling is met name bedoeld voor gemengd gehuwden
en voor mensen die ver van hun eigen kerk wonen.
Wie tot de Rooms-Katholieke Kerk behoort (en blijft behoren) kan
bij een gemengd huwelijk dus als gastlid worden ingeschreven bij
een gemeente van de Protestantse Kerk. De rechten van de
gastleden staan in de generale regeling van het gastlidmaatschap
(artikel 6). Die gaan heel ver: ze kunnen voluit participeren in
het gemeenteleven.
Ons bereiken nogal eens verzoeken tot voorkeurlidmaatschap,
vooral vanuit de naburige hervormde gemeente. Omdat er tussen
onze beide gemeenten geen modaliteitverschil is, hebben we in ons
beleidsplan opgenomen, dat het verzoek (1) alleen ingewilligd
wordt op pastorale gronden en (2) men eerst minstens een half
jaar mee moet leven voordat het voorkeurlidmaatschap wordt
ingewilligd.
Over dat laatste gaat onze vraag. Kan zo iemand voor dat half
jaar een soort lidmaatschap aangeboden krijgen dat nog niet het
passieve en actieve stemrecht biedt, maar wel bijvoorbeeld
toegang tot het heilig avondmaal en huisbezoek bevat?
Het siert de gemeente dat er terughoudendheid wordt betracht bij
het ‘inschrijven op verzoek’ van leden van een andere gemeente,
zeker als er inhoudelijk geen grote verschillen zijn. Omdat de
kerkorde de mogelijkheid geeft om een verzoek tot overschrijving
te doen, kan de kerkenraad geen algemene regel uitvaardigen die
daar van afwijkt, maar wel in het beleidsplan opnemen dat men
in de regel pas tot inschrijving op verzoek over gaat
als... (etc.). Het blijft een beslissing die per geval moet
worden genomen.
In de tussentijd kunnen zij meeleven met de gemeente van
voorkeur, dat staat in de kerk iedereen vrij. De kerkenraad kan
hen als gast aan de tafel des Heren laten deelnemen (ord. 7-2-3),
hen (met ‘consent’) laten dopen (ord. 6-2-5), enzovoort. Ze zijn
geen gastleden en ze kunnen ook niet opgenomen worden in het
register van degenen die blijk geven van verbondenheid met de
gemeente (ord. 2-8) omdat ze dan als zodanig bij de SMRA moeten
worden geregistreerd. Ze staan elders als gewone leden
geregistreerd en dubbele registratie is niet mogelijk.
Men zal die gevallen dus voorlopig handmatig moeten registreren.
Kortom: zolang officiële overschrijving niet heeft
plaatsgevonden, blijven ze ingeschreven in de eigen (oude)
gemeente. Ze kunnen in de gemeente van voorkeur alleen informeel
geregistreerd worden.