Kerkorde en eredienst (1)
Genre: Literatuur, Bladartikel
|11|
Over de invulling en vormgeving van de kerkdiensten is in de
kerkorde niet zoveel te vinden. Het hart van de zaak — de
verkondiging van het Evangelie — laat zich niet regelen in
kerkordelijke bepalingen. Daarover is veel meer te vinden in de
belijdenisgeschriften en in het Dienstboek van de kerk met de
orden van dienst en de liturgische formulieren.
Toch komen er regelmatig kerkordelijke vragen binnen die verband
houden met de eredienst. In de komende afleveringen wil ik
daarvan een aantal behandelen.
Naar aanleiding van de ordinantie voor de eredienst werd de vraag gesteld of een rouwdienst (altijd) valt onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Daarbij werd opgemerkt: ‘voor eigen gemeenteleden is dat geen punt, gezien de pastorale betrokkenheid zal de kerkenraad en de predikant of pastoraal medewerker altijd betrokken zijn bij (de voorbereidingen van) de rouwdienst in de kerk. Het kan echter voorkomen dat men van elders alleen het kerkgebouw wil gebruiken voor een rouwdienst of afscheidsplechtigheid, zonder dat de kerkenraad daar pastoraal bij betrokken is geweest of gevraagd wordt aanwezig te zijn, en de betreffende persoon mogelijk ook geen lid was van onze gemeente. Hoe dan te handelen? Geldt dan de redenering: een rouwdienst is geen eredienst maar een specifieke dienst waarbij de kerkenraad niet per definitie verantwoordelijkheid draagt of ambtelijk aanwezig dient te zijn? Indien een rouwdienst wel altijd onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad valt, kan dan op verzoek van de familie bijvoorbeeld een rooms-katholieke pastor (die de overledene pastorale zorg heeft gegeven tijdens diens leven) de rouwdienst leiden, of iemand die in het geheel geen "kerkelijke functie" heeft?’ Tot zover de vragensteller.
Ordinantie 5 handelt over de eredienst. Daarin komen allereerst
de kerkdiensten ter sprake (in artikel 1). Bij deze kerkdiensten
wordt gedacht aan de ‘gewone’ diensten op zondag, maar ook aan de
leerdiensten, aan bid- en dankstond voor gewas en arbeid, aan de
diensten op oudejaarsavond en nieuwjaarsmorgen, aan trouwdiensten
en aan zegenvieringen. In dit verband worden ook genoemd de
‘diensten van rouwdragen en gedenken’. Dat is de kerkordelijke
benaming van de rouwdiensten. Deze kerkdiensten vallen altijd
onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad. In deze
kerkdiensten kunnen alleen predikanten van de Protestantse Kerk
in Nederland voorgaan en anderen die op grond van ord. 5-5
bevoegd zijn om voor te gaan.
Een rouwdienst kan op verschillende manieren worden ingevuld:
— als een officiële kerkdienst waarin alleen een bevoegde
voorganger (meestal een predikant) mag voorgaan, en waarin andere
ambtsdragers dienst doen,
— of als een samenkomst met een pastoraal karakter waarin
(behalve de predikant of kerkelijk werker met preekbevoegdheid)
ook anderen kunnen voorgaan. Vroeger had een rouwdienst (aan
huis, in een verenigingsgebouw of in de aula van de
begraafplaats) in verre weg de meeste gevallen een dergelijk
karakter.
Een andere mogelijkheid is dat het kerkgebouw aan de familie
‘verhuurd’ wordt of ‘ter beschikking gesteld’ voor een
bijeenkomst die niet van de kerkelijke gemeente uitgaat — en
waarvoor de kerkenraad geen inhoudelijke verantwoordelijkheid
draagt. In dat geval stelt de gemeente alleen het gebouw
beschikbaar (al dan niet tegen vergoeding). Wie er in de
afscheidsdienst voorgaat is dan geen verantwoordelijkheid van de
kerkenraad en het is geen samenkomst die van de gemeente uitgaat.
De kerkenraad kan dus kiezen tussen een aantal kerkordelijke
mogelijkheden:
— de eerste is dat de kerkenraad een oecumenische kerkdienst
belegt, waarin hij de R.K. pastor als officiële (bevoegde)
voorganger uitnodigt voor de rouwdienst als kerkdienst.
Ik zie de kerkenraad nog niet zo snel kiezen voor deze
mogelijkheid.
— de kerkenraad kan er (op pastorale gronden) mee instemmen dat
de rooms-katholieke ziekenhuispastor een rouwdienst leidt die
als samenkomst van de gemeente wordt beschouwd. Deze
valt wel onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad valt, maar
omdat het geen officiële kerkdienst is, is ambtelijke
tegenwoordigheid van kerkenraadsleden daarbij niet vereist;
— de kerkenraad wil geen verantwoordelijkheid nemen voor een
dergelijke samenkomst maar is wel bereid (op pastorale gronden)
de kerk ter beschikking te stellen van de familie om een
afscheidsbijeenkomst te houden waarin de ziekenhuispastor
voorgaat. In dat geval gaat de samenkomst niet uit van de
kerkelijke gemeente en draagt de kerkenraad er geen
verantwoordelijkheid voor wie de rouwdienst leidt.
Uiteraard kunnen in beide laatste gevallen ambtsdragers op
persoonlijke titel aanwezig zijn om aan de familie hun
betrokkenheid kenbaar te maken.