[Cap. I.] De Collegiis ac Prouinciarum Classibus.

= De colleges en de classes van de provincies.

Haec autem visa est nobis quàm proximè accedere tum ad Apostolorum doctrinam constitutionemque, tum ad vetustiores puriorisque ecclesiae exemplar inculpatum: vt primum quidem in iis omnibus rerum circumstantiis quae cum natura sint adiaphorae, neque in Apostolorum doctrina exemploue aliquam atque ineuitabilem rationem, tum ad declinandam conscientiarum tyrannidem, tum ad omnes dissentionum ansas praecidendas, nulla praescripta formula ecclesiarum libertas constringatur; sed liceat id cuique sequi quod res et vsus quemque docuerit esse conuenientissimum. Atque id quidem donec Synodo prouinciali certi quippiam in huiusmodi rebus sancitum fuerit.

= Nu zijn wij van oordeel dat het volgende zo na mogelijk overeen komt zowel met de leer en de verordening van de apostelen, als met het onberispelijke voorbeeld van de oudste en zuiverste kerk, dat namelijk vooreerst in al die omstandigheden die — omdat zij naar hun aard middelmatig zijn — noch in de leer noch in het voorbeeld van de apostelen een vaste grondslag hebben, noch in het algemeen een noodzakelijke en onvermijdelijke reden hebben, door geen voorgeschreven reglement de de vrijheid van de kerken aan banden mag worden gelegd; we wijzen elke tirannie over de gewetens af en willen alle aanleiding tot twist afsnijden. Het staat aan ieder vrij de regel te volgen die de omstandigheden of ervaring hem geleerd heeft het meest passend te zijn. En dat wel zolang, totdat door de provinciale synode in dergelijke zaken iets zekers vastgesteld zal zijn.