Artikel 2.
De gemeenschap van de gemeente
Tot de gemeenschap van een gemeente behoren:
- als leden: de gedoopten die in de gemeente zijn opgenomen;
leden die openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd
worden aangeduid als belijdende leden, de anderen als
doopleden;
- als gastleden: de gedoopten die als lid ingeschreven zijn in
een andere kerkgemeenschap en op hun verzoek als zodanig in de
gemeente zijn opgenomen, naar regels in generale regeling 3
gesteld;
- als niet-gedoopten: de niet-gedoopte kinderen van
gemeenteleden, voor zover de ouders of wettelijke
vertegenwoordigers daartegen geen bezwaar maken;
- als vrienden: degenen die blijk geven van verbondenheid met de
gemeente en op hun verzoek als zodanig zijn opgenomen.