Hoofdstuk VII

Slotbepalingen

1. Bij de vervulling van hun taak zullen de ambtsdragers zich verre houden van alle heerschappijvoering van de een over de ander en zullen zij alles heenleiden naar de onderwerping aan de heerschappij van de enige Meester, Christus.
2. Hetzelfde geldt van de ene kerk tegenover de andere.