Hoofdstuk 3
Huwelijken tussen doopleden en gemengde huwelijken, waarbij de niet-gereformeerde partij er in bewilligt, dat kinderen uit het huwelijk geboren in de Gereformeerde kerk gedoopt en in de gereformeerde leer opgevoed zullen worden, kunnen worden bevestigd, tenzij de kerkeraad op goede gronden de overtuiging heeft dat een der huwenden moet worden gerekend tot de ongelovige en goddeloze mensen.
Utrecht 1943, art. 211, 254
De afkondiging van een huwelijk waarvan de beide partijen tot twee kerken behoren, geschiede in beide kerken; de kerkeraad aan welke de bevestiging is gevraagd, zal hiertoe niet overgaan zonder er zich van te hebben vergewist dat ook bij de andere kerkeraad geen bezwaar bestaat. In geval ondanks ingebrachte bezwaren de kerkeraad toch tot bevestiging besluit, kan de bezwaarde kerkeraad de zaak aan de classis voorleggen.
Utrecht 1943, art. 211
Zie Bijlage XIII en XXIII,5