Den Sijnodo is aenghegheuen dat Hermannus Moded ten eersten sich
noeijt en heeft aender Ghemeijnte van Zijrixee willen verbinden.
Ten anderden dat hij bij sijne Ouerheijt sonder weten ende willen
des Consistorie hemseluen ghesocht heeft te Middelburch in te
dringhen, voorwendende dat sijnen Dienst der Kercke van Xijrixee
onvruchtbaer was. Ten derden dat hij sijnen dienst onuruchtbaer
ghemaeckt heeft door sijne ergherlicke conversatie.
Aengaende den handel Hermanni Moded Dienaers der Kercke tot
Xijrixee, hebben de broeders besloten, dat soo haest als
Hermannus wederomme ghecomen sal wesen het Consistorium van
Xijrixee de Classe t’ samenroepen sal, aende welcke sij begheeren
sullen, wat de Classis achtet in deser saecke behooren ghehandelt
te worden. Ende die met den aduijse ende oordeel der Classe niet
te vreede en sal wesen, t’ sij Hermannus of het Consistorium, sal
hem tot de drie Classen, van Dordrecht, Briel ende Walcheren
vanden Sijnodo daer toe gheordonneert beroepen, van welcken elck
twee mannen wtseijnden sullen. Is oock besloten dat Taffinus met
een brief aen sijner Excell. mede daer henen trecken sal, op dat
de saecke met authoriteijt afghehandelt werde1).
1) Deze twee alinea's, die over Moded handelen, staan in het handschrift in omgekeerde volgorde; maar op den kant staat er, van dezelfde hand, bij de eerste eene b en bij de tweede eene a. Blijkbaar had de Scriba het besluit der Synode reeds geheel of gedeeltelijk in de acta ingeschreven, voordat hij er aan dacht, ook de beschuldiging te vermelden. Deze moest natuurlijk voorafgaan. En die goede volgorde kon en moest boven in den tekst hersteld worden, daar de Scriba zelf ze nog duidelijk heeft aangewezen.