Artikel 2.
Nadere voorwaarden
  De kerkenraad kan het gastlidmaatschap voorts verlenen aan leden
  van ter plaatse aanwezige
 gemeenten, kerken of parochies van de
  in artikel 1 bedoelde kerken, wanneer
  a. met de bedoelde andere ter plaatse aanwezige gemeente, kerk of
  parochie een vorm van
 oecumenische samenwerking bestaat, waarin
  beide betrokken gemeenten in belangrijke mate 
samenleven als één
  (oecumenische) kerkgemeenschap,
  b. en met de bedoelde andere ter plaatse aanwezige gemeente, kerk
  of parochie over de toepassing
 van de regeling overleg is
  gevoerd.