Artikel 4.
Bijzondere betrekkingen
Behalve in de ontmoeting en samenwerking in oecumenische
organisaties, kan de bijzondere betrekking met een andere kerk
vormgegeven worden
− in een regeling betreffende het over en weer verlenen van het
gastlidmaatschap aan de leden van de kerken,
− in het over en weer aanvaarden van attestaties,
− in het wederzijds verlenen van de bevoegdheid tot de bediening
van Woord en sacramenten aan predikanten,
− in het zenden van afgevaardigden naar elkaars synoden en
− door andere overeenkomstige middelen.