Artikel 3.
De raad van toezicht voor de Protestantse Theologische Universiteit
De raad van toezicht is daarbij onder meer belast met:
a. het houden van toezicht op het bestuur en beheer van de
universiteit door het daartoe ingestelde college van bestuur,
b. het houden van toezicht op de uitvoering door de universiteit
van de haar opgedragen taken,
c. het verlenen van voorafgaande goedkeuring ten aanzien van de
overeenkomsten betreffende de samenwerking met de theologische
faculteiten aan de door de kerk aangewezen universiteiten en het
houden van toezicht op de naleving daarvan,
d. het verlenen van voorafgaande goedkeuring ten aanzien van de
overeenkomsten met de Rijksoverheid betreffende de financiële
zaken aan de opleiding en vorming verbonden en het houden van
toezicht op de naleving daarvan,
e. het doen bijhouden van het album van de kerk.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 13, besluit generale synode, d.d. 17 november 2006, ingegaan 1 december 2006.