Ordinantie 11 De vermogensrechtelijke aangelegenheden

 

V. Het toezien op de zorg voor de vermogensrechtelijke aangelegenheden

Artikel 22.

Arbeidsveld

Dit toezien heeft betrekking op:
− de begroting;
− de jaarrekening en de deugdelijkheid van de controle op de financiële administratie;
− de financiële situatie van de gemeente of de classis voordat overgegaan wordt tot het beroepen van een predikant;
− het beheer van en beschikken over onroerende zaken, geldswaardige papieren en voorwerpen van oudheidkundige, historische of kunstwaarde;
− het sluiten van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd;
− het verstrekken of aangaan van geldleningen;
− het doen van beleggingen;
− het aangaan van verplichtingen waarin niet bij vastgestelde begroting is voorzien;
− het aanvaarden van erfstellingen, legaten en schenkingen onder last of voorwaarde;
− het oprichten van of deelnemen aan stichtingen;
− het voeren van processen voor de overheidsrechter en het aangaan van overeenkomsten om geschillen op een andere wijze tot een oplossing te brengen;
− het inrichten en bijhouden van de registers van gemeenteleden;
− het beheer van archieven en
− andere in de orde van de kerk aangegeven beheersdaden.
De kleine synode kan, gehoord de betrokken classicale vergaderingen en regionale colleges, bepalen dat afzonderlijk aan te wijzen taken op het gebied van beheerszaken voor twee of meer door haar aan te wijzen regio’s bij uitsluiting verricht worden door één of meer door haar aan te wijzen regionale colleges voor de behandeling van beheerszaken.1


1 Aanvulling kerkorde, ordinantie 11-22-2, besluit generale synode d.d. 20 april 2012, ingegaan 1 januari 2013.