Artikel 13.
Algemeen
Het in dit hoofdstuk bepaalde is van overeenkomstige toepassing op allen die de bevoegdheid hebben voor te gaan in de eredienst, op grond van enige kerkelijke bevoegdheid optreden ten behoeve van de catechese of uit hoofde van een opdracht van de kerk betrokken zijn bij de vorming en opleiding van de predikanten.