Artikel 2.
De toelating tot de doop
Indien de ouders of verzorgers respectievelijk degenen door wie de doop wordt begeerd, in het register van gemeenteleden van een andere gemeente van de kerk zijn ingeschreven, wordt de doop eerst bediend nadat de kerkenraad van die andere gemeente daarvan schriftelijk op de hoogte is gesteld en daartegen binnen drie weken schriftelijk geen bezwaar heeft gemaakt. De kerkenraad beoordeelt of het bezwaar een beletsel vormt en geeft aan de kerkenraad die het bezwaar indiende uiterlijk vier weken voor de doopsbediening bericht over zijn besluit.