De eredienst
Artikel VII
  De eredienst wordt geleid door hen die daartoe in de orde van de
  kerk zijn aangewezen.
  De inrichting van de eredienst wordt vastgesteld door de
  kerkenraad met inachtneming van de bijzondere
  verantwoordelijkheid van de voorgangers en hen die zorgdragen
  voor de kerkmuziek.
  Ten behoeve van de eredienst worden, naar regels bij ordinantie
  gegeven, door de generale synode aangewezen, aangeboden of
  vastgesteld
  de bijbelvertaling,
  het psalm- en gezangboek
  en het dienstboek met orden van dienst.