Hoofdstuk 2

De vergaderingen van de kerk

I. Algemene bepalingen

De kerkelijke vergaderingen kunnen een broeder in diens afwijkend gevoelen dragen,  evenwel op deze voorwaarden:
a. dat dit gevoelen geen fundamenteel punt der waarheid raakt;
b. dat deze broeder dit gevoelen niet propageert en bereid is zich door de kerk te laten onderwijzen.

Utrecht 1946, art. 220