Artikel 21.
Het regionale college voor de behandeling van beheerszaken
Een regionaal college voor de behandeling van beheerszaken
bestaat uit ten minste zeven leden, benoemd door het
classicaal-regionaal overlegorgaan uit de leden van de kerk
binnen het rechtsgebied van het collge, nadat de betrokken
classicale vergaderingen in de gelegenheid zijn gesteld
aanbevelingen in te dienen. Het classicaal-regionaal
overlegorgaan ziet erop toe dat kennis van het diaconale
werkterrein voldoende aanwezig is binnen het college.
De leden worden benoemd voor de tijd van vier jaar volgens een
door het classicaal regionaal overlegorgaan vast te stellen
rooster. Zij kunnen voor een aansluitende periode van ten minste
twee jaar en ten hoogste vier jaar worden herbenoemd, met dien
verstande dat zij niet langer dan twaalf aaneengesloten jaren lid
van het college kunnen zijn.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 11-21-3, besluit generale synode d.d. 20 april 2012, deels ingegaan 30 april 2012 en deels 1 januari 2013.