D5 ambtelijk vermaan
1. De kerkenraad gaat over tot ambtelijk vermaan wanneer hij wordt ingelicht over een zonde waarin iemand ontoegankelijk is gebleken voor het onderling vermaan of over een zonde van ernstige aard waarvan iemand zich niet bekeert.
2. In het vermaan confronteren de ambtsdragers de zondaar met het Woord van God en trachten zij hem in regelmatig bezoek en gesprek liefdevol tot berouw en bekering te brengen.
3. Wanneer de zondaar tot bekering komt en er voldoende tekenen van berouw zijn, aanvaardt de kerkenraad zijn schuldbelijdenis. De kerkenraad beoordeelt of aan de gemeente mededeling van de verzoening moet worden gedaan.

|61|

Toelichting D5

1. D5.1 staat in de lijn van artt. 75 + 77 KO1978. Er is sprake van twee categorieën waarin het ambtelijk vermaan aan de orde komt:
a. en geval van zonde waarin het onderling vermaan naar Matteüs 18 stokt;
b. een geval van ernstige zonde waarvan iemand zich niet bekeert.
Eerstgenoemde situatie sluit aan op het onderling vermaan waarvan sprake is in D2. De zonde kan echter ook zo ernstig van aard zijn dat de kerkenraad er vanaf het begin duidelijk front tegen moet maken. Dan wacht hij niet op broederlijke gesprekken en de uitkomst daarvan, maar gaat direct zelf over tot ambtelijk vermaan.

2. De mededeling volgens D5.3 staat in de lijn van D4.2 en de daarbij gegeven toelichting. Het ligt in de rede dat in geval van schuldbelijdenis nauw overleg plaats vindt met de betrokkene over aard, inhoud en wijze van mededeling.