|6|

 

Hoofdstuk I

 

Het Synodaal Besluit

Het besluit der Gen. Synode der Ned. Geref. Kerken te Assen gehouden in zake de afzetting van den kerkeraad van Amsterdam-Zuid luidt als volgt:

“De Generale synode overwegende, dat de kerkeraad van de Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid .........
“besluit de ouderlingen en diakenen, die medegewerkt of zich geconformeerd hebben aan het besluit van den Kerkeraad van 13 Maart om Dr. Geelkerken te handhaven in zijn ambtelijke bediening, uit hun ambt als ouderling of diaken te ontzetten, terwijl aan den Kerkeraad van Amsterdam wordt opgedragen met de broeders ouderlingen uit Amsterdam-Zuid, die aan deze openbare scheurmaking niet deel namen, ten spoedigste tot verkiezen van nieuwe ambtsdragers over te gaan, deze te bevestigen in hun ambt er aldus den Kerkeraad van Amsterdam-Zuid opnieuw te formeeren.
...............................
“Wanneer op andere plaatsen dan te Amsterdam-Zuid de predikanten of kerkeraden zich openlijk aan de zijde van Dr. Geelkerken en den schismatieken Kerkeraad mochten stellen, moeten de Classes terstond optreden om hen te vermanen en wanneer zij desniettegenstaande volharden hen schismatiek verklaren en afzetten.”

We hebben in het bovenstaand besluit (aangehaald uit De Heraut van Zondag, 21 Maart, 1926) niet de overwegingen vermeld waarom de synode oordeelde dat de kerkeraad der afzetting waardig was, namelijk dat hij Dr. Geelkerken gestijfd had, en het synodaal besluit ten zijnen opzichte niet uitgevoerd had, maar we hebben alleen het besluit der afzetting van dien kerkeraad zelf vermeld. Omdat de overwegingen voor het doel van dit schrijven geen waarde hebben. 1) Naar onze stellige overtuiging kan een kerkeraad door


1) Daarom gaan we ook niet in op de details welke bij de “afzetting van den kerkeraad” van Amsterdam-Zuid plaats hadden. Als:
1. De vermelding van de namen. Wordt de synode verondersteld een lijst van de namen van ouderlingen en diakenen te hebben? Indien niet, hoe weet zij officieel die namen?
2. Wordt de synode verondersteld te weten wie er op de vergadering van den kerkeraad, waar men Dr. Geelkerken handhaafde, al of niet tegenwoordig was? Die niet tegenwoordig waren zijn niet afgezet. Zie “De Standaard” van Donderdag, 25 Maart, 1926. Eerste blad. “Kerknieuws”. ➝

|7|

geen meerdere vergadering afgezet worden. Naar ons gevoelen is de afzetting als zoodanig principieel met het Geref. kerkrecht onbestaanbaar. Het gaat dus om het beginsel of zooiets kan of niet kan. En daarom laten wij de overwegingen rusten.

Nu is wel niet de kerkeraad als zoodanig afgezet, in massa, in “body” maar zijn de kerkeraadsleden man voor man afgezet, maar dit maakt voor de zaak zeer weinig verschil, het slot is hetzelfde, de kerkeraad is afgezet. Het besluit spreekt dan ook van een bijstaan van de getrouwe leden tot het “formeeren” van een nieuwen kerkeraad. En de titel van het besluit luidt dan ook: “Het ontzettingsbesluit met betrekking tot den Kerkeraad”. En in de overwegingen wordt herhaaldelijk gesproken van den “kerkeraad” en wat hij gedaan heeft; dies wordt ook in de laatste overweging gezegd dat “de kerkeraad in zijn geheel zich schuldig heeft gemaakt aan openbare scheurmaking”. Het gaat dus wel degelijk tegen den kerkeraad als zoodanig. Dat blijkt ook uit de instructies gemaakt in de besloten vergadering, welke we ook publiceeren. Waarin ook gesproken wordt van het afzetten van kerkeraden.

En dan zijn wij gereed aan te toonen dat de afzetting van een kerkeraad door een meerdere vergadering in strijd is:
1. Met den aard van het Geref. kerkverband zooals wij dat uit Gods Woord, de Belijdenis en de Kerkenorde kennen.
2. Met de geschiedenis der Geref. Kerken, inzonderheid met die in Nederland.
3. Met het getuigenis van mannen die autoriteiten op het gebied van het Geref. kerkrecht mogen geacht worden.


➝ Hoe weet de synode wie er tegenwoordig waren? Door spionage? Is men teruggekeerd tot de dagen der inquisitie?
3. De afgezette kerkeraad betuigt dat hij niet enkel niet is vermaand maar niet eens door de synode gehoord is en klaagt over onverhoord veroordeelen. De afgezette broeders vernamen hun afzetting het eerst uit de dagbladen. Zie “De Standaard” van Vrijdag, 19 Maart, 1926. 2e blad. “Kerknieuws”. Dit alles echter heeft met ons onderwerp geen doen. Het gaat in ons schrijven over het beginsel, of een synode een kerkeraad kan afzetten.