Ordinantie voor de verkiezing van ambtsdragers.

 

I. Algemene bepalingen.
1. Voorbereiding en leiding.
2. Door wie de verkiezing geschiedt.
3. Het register van tot stemmen bevoegde lidmaten.

II. De verkiezing en bevestiging van ouderlingen en diakenen.
4. De zesjaarlijkse stemming.
5. Verkiezing door de lidmaten.
6. Verkiezing door de lidmaten naar geographische indeling.
7. Stemming over gehele of gedeeltelijke machtiging van de kerkeraad.
8. Verkiezing op voordracht van de kerkeraad.
9. Verkiezing door de kerkeraad.
10. Algemene bepalingen.
11. De verkiezing van ouderlingen en diakenen.
12. De bevestiging.

III. De verkiezing en bevestiging van herders en leraars.
13. De voorbereiding van de verkiezing.
14. De bereidheid een beroeping in overweging te nemen.
15. De autorisatie.
16. Vereisten voor het beroepbaar zijn.
17. Consent voor de terugkeer tot het ambt.
18. Het uitbrengen van een beroep.
19. De beslissing op het beroep.
20. De approbatie.
21. De bevestiging.

IV. De verkiezing in bijzondere gevallen.
22. De verkiezing in buitengewone gemeenten.
23. De verkiezing in nieuwe gemeenten.

V. Bezwaren.
24. Bezwaren.