Hoofdstuk 4

Het vermaan en de tucht van de kerk

I. Algemene bepalingen

Artikel 107

De tucht betreft de ergerlijke zonden, die hetzij als zodanig openbaar zijn, hetzij door verwerpen van het broederlijk vermaan, door Christus in Mattheüs 18: 15-16 bevolen, openbaar zijn geworden, hetzij op een andere verantwoorde wijze ter kennis van de kerkenraad zijn gekomen.