Hoofdstuk IV

Het werk van de kerk

III. Herderlijke zorg

1. De namen van hen, die gedoopt worden, die belijdenis des geloofs afleggen, die na afsnijding weder in de gemeente worden opgenomen, die met attestatie of doopattest uit een andere gemeente overkomen, en van hen, die uit een andere dan een gereformeerde kerk in de gemeente worden opgenomen, zullen met nadere bijzonderheden in daarvoor aangelegde registers zorgvuldig worden opgetekend.
2. Hetzelfde zal worden gedaan met de namen van hen, die met attestatie of doopattest vertrekken, die zijn overleden, die afgesneden worden en die zich onttrekken.