2.1 De kerkorde

De kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland omvat (zoals ovb. 3 aangeeft):
- De kerkorde in engere zin, waarin de grondleggende bepalingen zijn opgenomen (art. XVIII). Deze kerkorde in engere zin telt 19 artikelen die met Romeinse cijfers worden genummerd.
- De ordinanties (art. XVII). De kerkorde in engere zin wordt uitgewerkt in 14 ordinanties, waarin nadere regelingen worden gegeven.
- De overgangsbepalingen. Met het oog op de inwerkingtreding van de kerkorde zijn er 297 overgangsbepalingen vastgesteld, waarin de overgang van het oude recht van de drie zich verenigende kerken naar de Protestantse Kerk in Nederland wordt geregeld. In de overgangsbepalingen wordt ten aanzien van sommige ordinantiebepalingen een voorlopige uitzondering mogelijk gemaakt.
- De generale regelingen. Deze regelingen bevatten bepalingen van meer technische aard en kunnen door de generale synode zelf worden vastgesteld en gewijzigd (ord. 4-26-1).

Ook de plaatselijke regelingen en regelingen van andere organen van de kerk maken deel uit van het kerkelijk recht (art. XVII-1 en ord. 4-4-2).

De kerkorde is niet in de eerste plaats een juridisch document, maar geeft regelingen voor het leven en werken van de kerk om het mogelijk te maken aan haar roeping te beantwoorden. De kerkorde is daarom (ook) sterk theologisch bepaald. In juridische zin geldt de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland als het statuut van de kerk als bedoeld in art. 2:2 van het Burgerlijk Wetboek.