Allan J. Janssen 1948-2020

In memoriam

Allan J. Janssen (1948-2020) – Amerikaans ecclesioloog en kerkrechtgeleerde

 

„Are you Dr. Van den Broeke?” Ik zit te werken in Sage Library bij het Amerikaanse New Brunswick Theological Seminary als ik een vrolijke en grote man ongedwongen op me af zie stappen. Nog maar net ben ik vanuit Nederland gearriveerd en heb me in de bibliotheek geïnstalleerd als ik hem hoor en zie: dr. Allan J. Janssen (Al), affiliate professor kerkrecht aan dit seminary en predikant van de Reformed Church in America. Eindelijk ontmoet ik hem. 

Het is dinsdag 10 april 2007. Als ik dit schrijf is het exact dertien jaar geleden dat we elkaar treffen. Al heeft me als visiting research fellow naar New Brunswick gehaald. We ontmoeten elkaar voor het eerst, hoewel hij al wat vertrouwd voor me is door zijn boeken in de Historical Series of the Reformed Church in America. Zo schreef hij in 1995 zijn boek Gathered at Albany: A History of Classis. Dit boek gaat over de geschiedenis en ontwikkeling van de Classis Albany. Ik genoot intens van zijn boek tijdens mijn promotiearbeid over wat zou gaan heten Een geschiedenis van de classis: Classicale typen tussen idee en werkelijkheid 1571-2004 voorbereidde. Al lezend in zijn boek dacht ik: eindelijk iemand die zal begrijpen waar ik mee bezig ben.

De Reformed Church in America die Al decennialang diende, is ontstaan als dochterkerk van de Gereformeerde Kerk ten tijde van de Republiek der Zeven Vereenigde Nederlanden. Een monument bij de kruising van State Street en Battery Place in South-Manhattan herinnert aan het werk van de West-Indische Compagnie, net als de afbeeldingen van bevers op skyscrapers. Economische expansie ging gepaard met protestantisering. Zo ontstond aan de Hudson Bay de Nederlandse nederzetting Nieuw Amsterdam, later door de Engelsen omgedoopt in New York. In Nieuw Amsterdam ontstond in 1628 de eerste gereformeerde kerk. Ook noordelijker ontstonden Nederlandse nederzettingen en overzeese kerken, zoals in Beverwijk (door de handen in bevervellen), later Fort Orange en Albany genoemd. In 1642 ontstond daar een gereformeerde kerk. Aanvankelijk vielen de gereformeerde kerken in dat gebied onder de Classis Amsterdam. Janssen laat zijn studie over deze Classis Albany eigenlijk aanvangen vanaf 1771 en beschrijft de ontwikkelingen tot het einde van de twintigste eeuw. De congenialiteit met de classis verbond ons tot kort voor zijn dood.

In New Brunswick, in Al’s pastorie in Glen Rock en in mijn pastorie in Meliskerke bereidden we een internationaal congres voor over ‘A Collegial Bishop: Classis and Presbytery at Issue’. Dat vond plaats op 1 april 2008 aan het New Brunswick Theological Seminary in samenwerking met het Centrum voor Religie en Recht van de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2010 verscheen de gelijknamige bundel onder ons beide redactie. 

Het gesprek over die kerkbestuurlijke middenlaag – de classis – bleef ons bezighouden. Zo vroeg hij advies inzake de complexiteit van diversiteit in de classes in de Reformed Church in America. De Engelse taal bleek niet samenbindend te werken. De Reformed Church in America, ontstaan als dochterkerk van de Gereformeerde Kerk ten tijde van de Republiek, werd na de onafhankelijkheid van dochterkerk zusterkerk van deze Nederlandse kerk, maar zelf ook zendingskerk.  Ook door migratie werd de van oorsprong Nederlandse en later Amerikaanse Reformed Church in America ook Koreaans en Spaanstalig (Midden- en Zuid-Amerika) van aard. Dat vroeg om aanpassing om het gevaar van een te grote diversiteit ten koste van eenheid in geografische classes te voorkomen. Al vroeg: hoe voorkom je dat minderheden in een classis eruit  stappen? Hou houd je als classis de boel bij elkaar? Waar het theologisch en kerkelijk gesprek in Nederland vooral ging om de mogelijkheden en de beperkingen van de geografische of territoriale gemeente, speelde in de Reformed Church in America deze discussie op dat moment op classicaal niveau. Naast de vele gesprekken die we hierover hadden, probeerde ik mijn advies te verwoorden in mijn bijdrage ‘Non-Geographic Classes? Reformed Geography,’ in het Journal of Reformed Theology

In 2000 zag zijn toelichting op de kerkorde van de RCA het licht (Constitutional Theology: Notes on the Book of Church Order of the Reformed Church in America). Nog maar onlangs verscheen een tweede editie van dit boek. Hierin komt zijn expertise op kerkrechtelijk gebied naar voren. Hij was dé adviseur, dé kenner, dé vraagbaak in en van de Reformed Church in America in kerkrechtelijke en kerkordelijke ontwikkelingen. Het ging hem daarbij niet of niet zozeer om de regelingen. Dat interesseerde hem eigenlijk niet zo. Het ging hem om de theologie erachter. Dat had zijn hart. Soms schudde hij zijn hoofd letterlijk en figuurlijk over het gebrek aan kennis en kunde in kerkelijke vergaderingen aan beide kanten van de oceaan. Hij kon zich opwinden en hij kon relativeren. Steeds bleef hij een theoloog van en voor de kerk. De kerk was hem dierbaar, omdat het voor hem meer was dan een organisatie in de samenleving van mensen die samenkomen rond een bepaald doel. Al oriënteerde zich in zijn werk als pastor en professor op de kerk volgens de geloofsbelijdenissen. De kerk moest volgens hem geestelijk en theologisch worden verstaan.

Dat had hij als oudste kind in een predikantsgezin al van jongs af aan meegekregen. Al ging naar het Central College in Pella, Iowa, studeerde verder door het zogeheten Bi-Level Multi-Site program van de Reformed Church in America aan het Western Theological Seminary in Holland, Michigan en aan het New Brunswick Theological Seminary. Als predikant in Selkirk ontving hij zijn Master of Arts-degree aan de universiteit in Albany, New York.

Janssen, met Oost-Friese (regio Emden, Duitsland) en Nederlandse voorouders (regio Gouda), oriënteerde zich in zijn theologie sterk op Nederland. Hij was een theoloog met een bredere interesse. Hij was niet alleen kerkrechtgeleerde, maar ook en vooral systematisch-theoloog. Hij doceerde in New Brunswick niet alleen Kerkrecht, maar ook Credo, naar Nederlandse begrippen: Symboliek, het vakgebied dat zich bezighoudt met geloofsbelijdenissen. Zijn studenten moesten hierover een werkstuk schrijven. Hij vond dit een van zijn meest intensieve colleges en zat er vol van, ook op zondagmorgen om 05:00 uur aan het ontbijt voorafgaande aan zijn kerkdienst. Het college Credo was ook intensief voor zijn studenten. Zij verzuchtten wat af (en hij ook). Tegelijk hadden ze respect voor de docent en de man die hij was. Ze ontdekten dat hij een theoloog van de kerk was. De kerk was voor hem creatura verbi, schepping door het Woord, en een voorsmaak van het Koninkrijk van God. Vandaar niet alleen zijn interesse in kerkrecht en symboliek, maar ook in de ecclesiologie, de ambtsleer en het Koninkrijk van God. Daarom is zijn interesse voor de hervormde theoloog A.A. van Ruler (1908-1970) en specifiek diens pneumatologische visie op de kerk en de ambten die dienstbaar zijn aan de wereld en God komende koninkrijk niet vreemd. Daarachter volgde hij met grote interesse de hervormde theologen Ph.J. Hoedemaker (1839-1910), O. Noordmans (1871-1956), K.H. Miskotte (1894-1976). In juni 2005 verdedigde Janssen aan de Vrije Universiteit zijn dissertatie Kingdom, Office, and Church: A Study of A.A. van Ruler’s Doctrine of Ecclesiastical Office. De Nederlandse systematisch-theoloog Bram van de Beek en de Zuid-Afrikaanse theoloog Christo Lombard waren zijn promotoren. Met hen bleef hij contact onderhouden, net als met veel Nederlandse theologen en ook wereldwijd. Achteraf, bij onze eerste kennismaking, ontdekten we dat hij twee weken na mij was gepromoveerd aan dezelfde universiteit. We wisten het toen niet van elkaar.

Na zijn promotie bleef hij predikant in de Reformed Church in America en docent aan het New Brunswick Theological Seminary. Hij diende drie gemeenten: Port Ewen, New York; The First Reformed Church of Bethlehem in Selkirk, New York; the Community Church in Glen Rock, New Jersey. Naast zijn fulltime predikantschap was hij sinds 1999 docent, vanaf 2006 affiliate professor en sinds 2012 General Synod Professor aan het New Brunswick Theological Seminary. Als theoloog bleef Al predikant en als predikant was hij theoloog. Dat hij die twee rollen integreerde, bleek ook uit zijn laatste boek Confessing the Faith Today: A Fresh Look at the Belgic Confession uit 2016. Zoals zijn Constitutional Theology een verklaring was van het Book of Church Order of the Reformed Church in America was Confessing the Faith Today een toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis (Confessio Belgica) van 1561. Die ging hem na aan het hart. Hij wilde de eenentwintigste-eeuwse kerk in gesprek brengen met deze zestiende-eeuwse confessie. Hij wilde zijn collega-theologen en collega-predikanten het belang van deze Confessio Belgica in relatie tot eenentwintigste-eeuwse kerkelijke en theologische vraagstukken onder ogen brengen. Hij bracht dat niet alleen in zijn theologisch werk, maar ook in zijn predikantswerk tot uiting. Dat bleek me opnieuw toen ik in 2015 weer eens onder zijn gehoor zat. Hij ging voor in First Reformed Church in Albany (Beverwijk). Een week later ging ik zelf voor in het Nederlandse Beverwijk en vertelde over de viering van een week eerder in het andere Beverwijk aan de overzijde van de oceaan en over de eeuwenlange trans-Atlantische netwerken.

Al bleef de ontwikkelingen in Nederland volgen. Reikhalzend keek hij uit naar de presentatie van deel 5B van het Verzameld werk van A.A. van Ruler op vrijdag 10 december 2018 in de Diependaalsekerk in Hilversum. Via Skype probeerden we Al digitaal mee te laten kijken naar het symposium. Helaas bleek de verbinding niet gerealiseerd te kunnen worden. Wel heeft hij daarna intens genoten van het boek. Evenzeer reikhalzend volgde hij de discussies in de Nederlands-Belgische studiegroep Religieus leiderschap in post-christelijk Nederland. Op 17 maart j.l. zag dit gelijknamige boek het daglicht. Ik had een exemplaar voor hem gereedgelegd als we elkaar komende zomer zouden ontmoeten. We werkten in maart verder aan de afronding van onze tweede bundel die we samen redigeerden, het vervolg van het congres van 2008. Dat congres vond op 22-23 mei 2018 plaats. De bundel A Collegial Bishop Revisited: Classis and Presbytery at Issue konden we op vrijdag 20 maart bij de uitgever bezorgen.

Al mailde op 12 maart dat het corona-virus ook allerlei plannen in zijn land verstoorde, maar dat het hem verder niet zozeer raakte. Wel voegde hij eraan toe dat hij voorzichtig was met het bezoeken van publieke bijeenkomsten. Verder had Al het zoals gebruikelijk over theologie, kerk en ons werk. Op zaterdag 21 maart mailde hij nog dat hij en Colleen zich ook verschansten in hun huis. Een dochter zorgde voor de boodschappen. Hij genoot van die ‘extra’ tijd met het lezen van theologisch werk en het kijken naar Netflix. Naar achteraf bleek was dat zijn laatste e-mail die ik ontving. Nota bene op zijn 72e verjaardag ontving ik het bericht van zijn opvolger, Matthew van Maastricht, dat Al twee dagen daarvoor op de IC-afdeling was beland. Al was ook aan de beademingsapparatuur aangesloten. Deze sterke persoonlijkheid wiens leven een halve eeuw lang met theologie en kerk was gevuld, bleek een kwetsbare gezondheid te hebben, zeer kwetsbaar. Het COVID19-virus deed de rest. Drie dagen na zijn verjaardag overleed hij … 

Naast zijn boeken, artikelen en bijdragen aan bundels gaat een groot deel van de werktijd van een kerkrechtgeleerde op aan advisering in en aan de kerk. Zo ook bij Al. Het lijkt en is een grote overgang van de ene naar de andere alinea. Van overlijden naar kerkrechtelijk advies. Tegelijk hoorde het bij het geloof van de nuchtere Al bij elkaar. Kerkrecht is theologie en theologie heeft te maken met de gebrokenheid van de wereld en de heelheid in het definitieve koninkrijk van God. Dat is wat ons overeind houdt nu de Amerikaanse en Nederlandse kerken en theologie zonder hem verder moeten. We zijn dankbaar voor de gaven die Al werden toebedeeld en voor alles wat hij heeft mogen betekenen als trans-Atlantisch theoloog met zijn kennis, relativeringsvermogen, passie, opwinding en humor. Wat kon hij smakelijk verhalen over de jaarlijkse vergaderingen van de generale synode of van kerkenraadsvergaderingen. Hij genoot van goed gezelschap, ook als er een goede fles rode wijn op tafel – met of zonder bitterballen – stond. Urenlang kon hij dan het theologisch en kerkelijk gesprek aan de gang houden. Wellicht was dat voor hem ook een voorsmaak van het definitieve Koninkrijk Gods. 

Allan Jay Janssen, oudste zoon in een predikantszoon, werd geboren op 31 maart 1948 en overleed op 3 april 2020 in het St. Peter’s Medical Center in Albany, New York. Onze gedachten gaan uit naar en onze gebeden zijn voor Colleen, de kinderen en kleinkinderen, de gemeenschap rondom het New Brunswick Theological Seminary en de Reformed Church in America.

Goede Vrijdag, 10 april 2020

Leon van den Broeke

foto's van het congres van 22-23 mei 2018 (met dank aan de fotograaf van het Reformatorisch Dagblad)