II. Bijzondere bepalingen.

Hoofdstuk I.
Het kerkelijk Bestuur in de enkele Gemeenten en de Ringen.

Eerste afdeeling.
De Kerkeraden.

De Kerkeraden geven, (wanneer zij verkeerdheden ontdekken in de administratie der kerkelijke goederen of in die der pastoriegoederen 1), daarvan kennis aan het Classicaal Bestuur. 2)


1) Of in die der pastoriegoederen is ingevoegd 15 Jan. 1905, wegens invoering van het Reglement op de pastoriegoederen.
2) Een voorstel in 1897, en wederom, met een kleine wijziging, in 1904 bij de Synode ingediend, om, na „kerkelijke goederen” te lezen „en wanneer naar hun oordeel, ten gevolge van handelingen en besluiten van kerkvoogden, de geestelijke belangen der gemeente gekrenkt worden of schade lijden kunnen”, werd afgewezen, voornamelijk in de verwachting van een Reglement op het beheer der kerkelijke goederen. Hand. 1897 bl. 595, 596; 1904 bl. 432-435.