|28|

Memorie van toelichting
Werkorde – hoofdstuk A

 

De kerken

A1 eenheid van geloof en belijden
1. De Gereformeerde Kerken in Nederland zijn onderling verbonden in eenheid van het christelijk geloof in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift.
2. Zij aanvaarden met de oude christelijke kerk de Apostolische Geloofsbelijdenis, de geloofsbelijdenis van Nicea en de geloofsbelijdenis van Athanasius. Met de kerk van de Reformatie nemen zij bovendien de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels aan als betrouwbare samenvatting van de christelijke leer.

Toelichting A1

1. De KO1978 bevat in navolging van de DKO geen basisartikel dat het geloofsfundament van de kerken verwoordt. Toch is het een zinvolle gedachte om de gemeenschappelijke grondslag van de kerken als statement voorop te stellen. Het christelijk geloof op basis van de Heilige Schrift is immers het gemeenschappelijk fundament om als kerken samen op te trekken in het kerkverband. Dat biedt een norm, waarop de kerken onderling (intern) en door derden (extern) aanspreekbaar zijn.

2. In onze tijd, waarin sprake is van een pluraliteit aan geloofsopvattingen en religieuze levensbeschouwingen, bestaat meer behoefte aan een duidelijke plaatsbepaling van de kerken. Zij willen zich opstellen en manifesteren als schriftgetrouw en confessioneel bepaald. Ook in het statelijk recht bevat het statuut van een organisatie, zeker van een levensbeschouwelijke instelling, vrijwel steeds de vermelding van de grondslag op basis waarvan die organisatie opereert.

3. Er is een onderlinge gradatie in normativiteit: de Heilige Schrift is de norma normans; zij stelt de norm. De confessie geldt als norma normata; zij is de norm die zelf genormeerd wordt door de Bijbel. De kerkorde en het verdere kerkrecht geldt als norma ministrans; zij dient de goede orde in de kerken en is gericht op de voortgang van het Evangelie. Vandaar ook de rangorde van Bijbel, belijdenis en kerkorde via A1.1 naar A1.2 en naar A3.

4. Niet de kerkorde, maar Schrift en belijdenis vormen de basis voor het kerkelijk leven. De kerk is primair een geloofsgemeenschap en vervolgens ook een rechtsgemeenschap. De kerkorde bewerkt op zichzelf geen eenheid, maar geeft vorm aan de eenheid die er is door het gemeenschappelijk geloof. Schrift en belijdenis (doctrine) staan centraal, de kerkorde faciliteert en organiseert (discipline).


Rapport dHKO (2010)


RAPPORT BIJ
Kerkorde GKv (2014) A1