|5|

Inhoud

 

Woord vooraf bij de Nederlandse uitgave — 7

Enkele opmerkingen ter inleiding — 9

I. De tekenen des tijds — 16
 De leek in de geschiedenis — 19
 Het Angelsaksische klimaat — 24
 Het vraagstuk van de plaats van de gewone leden der kerk — 30
 Vernieuwende krachten — 35

II. De theologische status van de leek in de loop van de geschiedenis — 46
 Afwijking van de bijbelse opvatting van het kerkbegrip — 48
 ,Westerse’ en ,Oosterse’ afwijkingen — 53
 Radicale veranderingen, ingewijd door de reformatie — 59
 De vrouw, volwaardig gemeentelid — 66
 ,Het gemeentelid maakt de kerk’ — 68

III. Is een theologie van het gemeentelid te ontwerpen? — 71
 Een nieuwe lente in de kerk — 72
 Het gehele systeem in de smeltkroes — 77
 De kerk — een altijd hernieuwd avontuur — 83
 Niet geschiktheid maar herscheppende kracht — 85
 ,Priesterschap’ der gelovigen — Een kritiek — 90
 Het ,pleroma’ der orthodoxe kerk — Een kritiek — 92

IV. Voorspel tot een theologie van het gemeentelid — 95
 Alle lidmaten — 96
 Het apostolicum — De eed van trouw — 101
 Het Gebed des Heren — Broederlijke solidariteit — 103
 De leken in de ontmoeting — 108
 Een theologie van het gemeentelid — gehoorzaamheid en dankbaarheid — 115
 Het herkennen van de kerk — 117

|6|

V. Een theologie van het gemeentelid — 122
 De kerk bestaat voor de wereld — 124
 De kerk is zending — 126
 De kerk is dienstbetoon — 130
 De diakonia in de Oude Kerk — 132
 De kerk is diakonia — 136
 Diakonia — geworteld in de persoon van Christus — 141
 Allen dragen het zegel — 146
 De werkelijke betekenis van het gemeentelid — 148
 Het aandeel van de verantwoordelijkheid door de leek gedragen — 153

VI. Slotbeschouwingen — 158
 Het onvervreemdbaar ,ambt’ van de leek — 159
 De ononderbroken dialoog van het gemeentelid (de ,leek’) — 162
 De bevroren kredieten der kerk — 168
 Welke nieuwe wegen? — 170
 De gemeenteleden zijn de verstrooiing der kerk — 174
 De kerk als ,bemoeial’ — 177