Deel II: Bijzondere overgangsbepalingen

 

Ordinantie 3

Bezwaren als bedoeld in art. 4-5 GKO tegen de verkiezing van ouderlingen en diakenen die door de kerkenraad niet zijn afgehandeld voor 1 mei 2004, worden op die datum ter verdere behandeling overgedragen aan het regionale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen, of — indien de bezwaren belijdenis en wandel van de verkozene betreffen — aan het regionale college voor het opzicht.