Deel II: Bijzondere overgangsbepalingen

 

Ordinantie 3

De generale regeling voor de predikantstraktementen en de generale regeling voor de predikantspensioenen worden ingevoerd na 30 april 2004, doch uiterlijk op 1 januari 2005.
Tot de datum van inwerkingtreding van deze generale regelingen blijven voor hervormde, gereformeerde en evangelisch-lutherse predikanten (en vicarissen) de voor hen op 30 april 2004 geldende kerkordelijke bepalingen en regelingen waarin de rechtspositie van predikanten en emeriti predikanten (alsmede vicarissen), daaronder begrepen de bepalingen betreffende het emeritaat, wordt geregeld van resp. de NHK, de GKN en de ELK van kracht, met dien verstande dat na 30 april 2004 de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland bevoegd is deze bepalingen en de regelingen te wijzigen met inachtneming van de procedure die is vastgesteld voor wijziging van de generale regelingen voor de predikantstraktementen en –pensioenen.
Tot de datum van inwerkingtreding van deze generale regelingen gelden voor hen die na 30 april 2004 voor de eerste maal als predikant van de Protestantse Kerk in Nederland worden bevestigd in een hervormde gemeente, een gereformeerde kerk of een evangelisch-lutherse gemeente resp. de hervormde, de gereformeerde of de evangelisch-lutherse regelingen.
Voor hen die na 30 april 2004 voor de eerste maal als predikant van de Protestantse Kerk in Nederland worden bevestigd in een protestantse gemeente gelden de hervormde regelingen.