Deel II: Bijzondere overgangsbepalingen

 

Ordinantie 3

Degene die voor 1 mei 2004 is aangesteld tot vicaris als bedoeld in ord. 13-38 HKO blijft als zodanig werkzaam, met behoud van de in dat artikel genoemde bevoegdheden en van de rechtspositie voor de duur van de aanstelling, behoudens latere wijziging door de generale synode met inachtneming van de bepalingen van de kerkorde.