15/87

In mei 1983 werd een principebesluit genomen tot openstelling van het Hei­lig Avondmaal voor de gehele gemeente. In 1986 besloot de wijkraad dit be­sluit ook voor de wijk te praktiseren.

De GCBG overweegt dat het besluit van de wijkraad is te zien als een uit­voeringsbesluit van het principebesluit uit 1983. Het bezwaar is derhalve niet tijdig ingediend.

Bezwaarde voert aan dat een besluit dat niet in overeenstemming is met de kerkorde niet gelegaliseerd is als er niet binnen dertig dagen daartegen protest is aangetekend.

De GCBG overweegt:

De rechtszekerheid, welke door voorschriften als ord. 19-9-1 wordt gediend - vordert dat besluiten, die niet op de voorgeschreven wijze zijn aangevochten, onaantastbaar zijn. Wanneer nietigheid van rechtswege wordt aangenomen, zoals bezwaarde voorstaat, wordt daarop ernstig inbreuk gemaakt. Daarvoor is slechts in zeer uitzonderlijke gevallen plaats.

In dit geval is daarvan geen sprake. De GCBG verwijst naar de uitspraak van het moderamen van de GS, in het voorwoord van het synodaal rapport "de deelneming aan het Avondmaal", waarin een regelmatige praktijk van gezins­communie wordt geconstateerd.

Uit een en ander blijkt dat het moderamen van het hoogste orgaan van onze Kerk, ondanks duidelijke bepalingen in Kerkorde (artikel XVII lid 1 en XVIII lid 2) en ordinantie (10-2) van oordeel is dat de praktijk van gezinscommunie gepraktiseerd mag worden...
Wel merkt de Generale Commissie op dat het ongewenst is dat de prak­tijk van de viering van het Heilig Avondmaal afwijkt van niet mis te verstane bepalingen van de orde der Kerk. Op zijn minst is het ge­volg van het niet aanpassen van de regels dat er bijvoorbeeld geen zekerheid is omtrent de leeftijd waarop aan de viering van het Hei­lig Avondmaal kan worden deelgenomen, dat er geen aanwijzingen zijn omtrent de vorming (catechese) van jongeren die willen deelnemen, terwijl ook de vraag of alleen doopleden kunnen aangaan, onbeant­woord blijft, zulks terwijl het gewenst is, mede gelet op het ge­stelde in ord. 10, dat niet elke kerkenraad daaromtrent eigen regels vaststelt.