Heuvel, P. van den

Nieuwe leden

Genre: Literatuur, Bladartikel

|11|

Nieuwe leden

 

Deze keer ga ik in op een drietal vragen, die betrekking hebben op overkomst en registratie. De eerste kwestie is wat de procedure is als nieuwe leden uit een ander kerkverband overkomen maar die niet in de geografische wijk wonen. Moeten zij eerst lid worden van de Protestantse Kerk in Nederland in de geografische wijkgemeente en dan vervolgens perforeren naar de wijk van voorkeur of is het ook mogelijk hiervan rechtstreeks lid te worden?
De officiële procedure is dat iemand die wil overkomen naar de Protestantse Kerk zich aanmeldt bij de kerkenraad van de gemeente op het grondgebied waar betrokkene woont. Het geografisch principe heeft voorrang. Dan moet betrokkene vervolgens aan de kerkenraad van deze gemeente vragen in te stemmen met overschrijving naar een andere gemeente.
In de praktijk kan men het beste deze twee handelingen combineren: aan de kerkenraad van het woongebied vragen of men bereid is mee te werken aan de overkomst van betrokkene naar de Protestantse Kerk en met inschrijving in een andere dan de woongemeente. De bij overkomst voorgeschreven procedure (van ord. 9-5-7 of ord. 6-5-2) kan dan door de kerkenraad van de woongemeente worden gedelegeerd aan de kerkenraad van de gemeente van voorkeur.
Overkomst rechtstreeks naar een voorkeurgemeente zonder contact met de kerkenraad van de woongemeente lijkt me niet in overeenstemming met de kerkorde (en ook niet wenselijk).

 

Doopregistratie

De tweede vraag gaat over de doopregistratie: ‘Destijds is gezegd dat we gewoon hervormd kunnen blijven na de totstandkoming van de Protestantse Kerk. Maar sinds mei 2004 is het niet mogelijk om in het administratiesysteem bij doop of belijdenis ‘Hervormde Gemeente’ aan te brengen, het moet Protestants zijn.’
Ik heb contact opgenomen met de SMRA en daarbij is mij duidelijk geworden dat de doop als volgt wordt geregistreerd (waarbij ik Zeist als voorbeeld neem).
Als iemand vóór 2004 in de NHK is gedoopt wordt dat als volgt geregistreerd: DOP NH - D 03NOV1974 ZEIST. Met andere woorden: de doop is bediend binnen de NHK in de gemeente Zeist op 3 november 1974. Als iemand na 1 mei 2004 is gedoopt, wordt dat als volgt geregistreerd: DOP PR - D 01MRT2005 HG ZEIST. Met andere woorden: de doop is bediend binnen de PKN in de hervormde gemeente te Zeist op 1 maart 2005.
Uit de registratie wordt dus duidelijk dat de doop heeft plaatsgevonden in een hervormde gemeente die deel uitmaakt van de Protestantse Kerk in Nederland. Dat lijkt me een juiste gang van zaken: we worden gedoopt in de Naam van de drie-enige God, we spreken van de christelijke doop (en niet van een hervormde doop). Maar het is wel van belang dat wordt vastgelegd in welke gemeente we de doop hebben ontvangen.

 

Registratie voorkeurgemeente

De derde vraag luidt: ‘Wij krijgen in onze gemeente leden binnen die vanuit een Gereformeerde Kerk elders komen. Dit is op zich geen probleem, maar ik concludeer hieruit dat ons dorp niet ergens bij een Gereformeerde Kerk wordt gerekend. In de kerkorde heeft de ‘registratie voorkeurgemeente’ toch slechts betrekking op de leden die uit een protestantse gemeente komen, of in het geval er in één plaats meer van hetzelfde soort gemeenten zijn?’
We stuiten hier op een lacune in de kerkorde. Voorheen was — net als dat bij de Nederlandse Hervormde Kerk het geval was — ook bij de GKN heel Nederland ingedeeld. In uw dorp A behoren de gereformeerden tot de Gereformeerde Kerk te B, die ook het grondgebied van A omvat. Zolang in B een Gereformeerde Kerk — al dan niet gefedereerd met de hervormde gemeente aldaar — bestaat, blijft het zo dat leden van de PKN die uit een gereformeerde kerk afkomstig zijn, als ze in A komen wonen, in de Gereformeerde Kerk te B worden ingeschreven. De gereformeerde kerk te B omvat immers ook het dorp A.
Maar als de Gereformeerde Kerk te B zich verenigt met de hervormde gemeente aldaar, moeten de grenzen van de protestantse gemeente worden vastgesteld (ord. 2-12-5) en dan bestaat de kans dat die zo worden vastgesteld dat de protestantse gemeente te B het gebied bestrijkt van de oude hervormde gemeente te B. Bij de plaatselijke fusie blijven de gereformeerde leden die in A wonen behoren tot de (nu gefuseerde) gemeente te B, maar dat geldt niet voor nieuwingekomen gereformeerden.
Volgens ord. 2-5-1 sub b moeten zij worden ingeschreven óf in de gereformeerde kerk te A (maar die bestaat niet) óf in de protestantse gemeente te A (die er evenmin is). Daarin voorziet de kerkorde niet. Het is het beste om in dat geval naar analogie te handelen en voor zulke situaties door de classicale vergadering (of waar nog geen gemeenschappelijke classis is: door de gezamenlijke brede moderamina van de classicale vergaderingen, zie overgangsbepaling 195 sub c) een ‘registratie ontvangst gemeente’ aan te laten wijzen. Dat zou in de situatie van A de hervormde gemeente te A kunnen zijn: dat is immers de enige gemeente van de Protestantse Kerk  in ‘de plaats van vestiging’.
Desgewenst kan men dan via de perforatieregeling van ord. 2-5-3 overschrijving aanvragen naar de protestantse gemeente te B of naar een andere gemeente van de kerk.