9.3 De missionaire arbeid

De missionaire opdracht van de gemeente wordt in enkele grote lijnen uitgetekend, nauw aansluitend bij art. X-1. Het gaat in wat vanouds veelal wordt aangeduid als zending en evangelisatie om getuigenis én dienst: ook het doen kan immers veelzeggend en zo missionair zijn. Het betreft mensen die het evangelie niet kennen of daarvan vervreemd zijn: ook in eigen land zijn intussen veel mensen die nooit binnen de lichtkring van het evangelie hebben geleefd. En het doel is dat mensen ‘delen in het heil in Jezus Christus’ (zo art. X-1). Mensen winnen voor het evangelie en voor de kerk wordt daarmee niet minder belangrijk, maar het accent ligt op het delen in het heil. Dat veronderstelt een gemeente die weet heeft van delen.

|215|

Ord. 8-2-2 houdt de opdracht in eigen omgeving en de wereldomvattende opdracht bijeen. Voor de opdracht in eigen omgeving is (aldus ord. 8-2-3) niet alleen het werk van organen van bijstand — van kerk én gemeente! — van belang, maar ook en allereerst een leven van de gemeente en haar leden, dat spreekt van het heil. Voor de wereldomvattende opdracht zal de gemeente veelal gebruikmaken van een eigen orgaan, een zendingscommissie of ZWO-groep, maar opnieuw wordt gewezen op het belang van de samenwerking met de kerk als geheel.