3.7 Gravamen

Een gravamen is een bezwaar inzake het belijden van de kerk. In art. I-3 is immers uitgesproken dat het belijden van de kerk geschiedt in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als enige bron en norm van de kerkelijke verkondiging en dienst. Het Woord van God heeft in de kerk het laatste woord. Daarom zijn de kerk en al haar leden geroepen het belijden te toetsen bij het licht van de Heilige Schrift (art. I-10).

Voor een dergelijke toetsing is in ord. 1-5 een zorgvuldige procedure gegeven. In ord. 1-5-2 wordt aangegeven op welke documenten een gravamen betrekking kan hebben. Dat is beperkt tot de officiële belijdenisgeschriften die in art. I-4 zijn genoemd en tot andere documenten of uitspraken die door de generale synode langs de weg van ord. 1-4 daarmee officieel op één lijn zijn gesteld (als uitdrukking van het belijden van de kerk zijn aangemerkt).

Een gravamen kan dus niet worden ingediend tegen allerlei andere geschriften, uitspraken of beslissingen van de generale synode, ook al hebben ze een belijdend karakter. Bezwaren daartegen kunnen slechts volgens de weg van ord. 12 worden behandeld.

 

De behandeling van een gravamen verloopt als volgt.

In de voorbereidende fase wordt allereerst advies gevraagd van de kerkenraad van de bezwaarde. Deze kent immers de bezwaarde en kan aangeven welk gewicht de vragen hebben. Een commissie van de classicale vergadering hoort daarna de bezwaarde persoonlijk. Deze kan zich laten bijstaan door een raadsman naar eigen keuze. Dat kan een bevriend gemeentelid of ambtsdrager zijn in de regel zal het een theologisch deskundige zijn.

Vervolgens vindt de eerste behandeling plaats in de voltallige classicale vergadering waarbij de vergadering wordt geadviseerd door een aantal theologisch deskundigen. De bezwaarde wordt daarbij als toehoorder uitgenodigd. Niet de

|89|

bezwaarde zelf staat centraal, maar het belijden waarover moet worden gesproken. De classicale vergadering moet komen tot een advies, waarna het gravamen (ook als dat advies negatief is) moet worden doorgezonden naar de generale synode, tenzij de bezwaarde zelf het gravamen intrekt.

Als de classicale vergadering van oordeel is dat het bezwaar niet kan gelden als een gravamen in de zin van ord. 1-5, kan ze daarvan mededeling doen aan de bezwaarde en de betrokkene in de gelegenheid stellen het bezwaar als gravamen in te trekken om het alsnog voor te leggen aan het generale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen. Als deze echter het bezwaar als een gravamen handhaaft, moet het worden doorgezonden naar de generale synode, waarbij de classicale vergadering de generale synode op de hoogte stelt van haar oordeel terzake.

Voor de synode herhaalt zich de procedure grotendeels: een commissie van voorbereiding hoort de bezwaarde opnieuw, deskundigen (en eventueel andere kerken) worden geraadpleegd. Als het een luthers belijdenisgeschrift betreft, wordt advies gevraagd van de evangelisch-lutherse synode, als het gaat over een gereformeerd belijdenisgeschrift van de raad van advies voor het gereformeerd belijden. Tenslotte vindt de behandeling plaats in de voltallige synode, die tot een eindoordeel moet komen. Een besluit dat het bezwaar tegen het belijden bijbels gegrond is, heeft twee derde meerderheid van de geldige stemmen nodig.

Het is denkbaar dat de generale synode — eventueel al in een eerder stadium — tot de conclusie komt dat het bezwaar niet als een gravamen kan worden aangemerkt. Bijvoorbeeld omdat het zich niet richt tegen de belijdenisgeschriften of tegen een uitspraak die daarmee op één lijn is gesteld. In dat geval stuurt ze het bezwaar door naar het generale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen.